
De tijd van monniken en ridders was in Europa een onrustige tijd met veel oorlogen. Rond 800 bestuurde keizer Karel de Grote zijn rijk met het leenstelsel. Hij gaf leenmannen een gebied in leen in ruil voor trouw, hulp en een deel van het belastinggeld. In 800 kroonde Paus Leo III Karel tot eerste keizer sinds de val van het West-Romeinse rijker. Omdat Karel hem had geholpen met het verslaan van zijn tegenstanders. Na Karel was er weer veel politieke verdeeldheid. Edelen hadden veel macht. Ze gebruikten ridders om oorlog te voeren en om te zorgen voor orde en veiligheid in hun gebieden. Ze bouwden kastelen om zichzelf en hun volk te beschermen. Het ridderschap werd een bezigheid van de adel.
Maak jouw eigen website met JouwWeb